De kraamtijd is de periode vanaf de bevalling tot ongeveer tien dagen erna. Deze periode wordt thuis of (gedeeltelijk) in het ziekenhuis doorgebracht, afhankelijk van de plek en aard van de bevalling. Verloskundigenpraktijk Huissen stuurt na de bevalling een bevallingsverslag naar je huisarts om deze op de hoogte te brengen van je bevalling.
In de kraamtijd komen we een paar keer bij je langs. Tijdens deze visites observeren we jou en je kind, maar ook de kraamverzorgster. In principe verricht zij de meeste controles, zoals pols, temperatuur, stand van de baarmoeder en observatie van bloedverlies. Dit controleren we alleen als dat nodig is. Wij verwijderen ook eventuele hechtingen. Verder praten we na over de bevalling en beantwoorden we alle vragen die je nog hebt. Bij de baby kijken we naar de kleur, de temperatuur, de voeding en de navel.
De kraamverzorgster heeft de volgende taken:
Dit is een persoonlijke keuze die je zelf zult moeten maken. Hieronder hebben we de voordelen van borstvoeding op een rijtje gezet.
Verloskundigenpraktijk Huissen is van mening dat borstvoeding de beste start is voor kinderen. Onderzoeken geven aan dat kinderen die zes maanden borstvoeding hebben gehad:
Voorbereiden op borstvoeding
Om de kans van slagen van borstvoeding te vergroten, is het verstandig om je goed voor te bereiden. Dit kan door het lezen van boeken over borstvoeding en door contact te hebben met moeders die borstvoeding geven of hebben gegeven.
Borstvoedingscursus
Het is mogelijk om een borstvoedingscursus te volgen, waarbij onder meer aandacht wordt besteed aan: de werking van de borst, mogelijke problemen met de borstvoeding en de combinatie werk en borstvoeding. We raden dit dan ook echt aan.
Voordelen van borstvoeding
Borstvoeding geven is makkelijk: het is veilig, altijd beschikbaar, altijd op temperatuur en het kan niet bederven. Bovendien bevordert het de hechting tussen moeder en kind. Voor een kind is een goede hechting met de ouders een voorwaarde voor een gezonde emotionele ontwikkeling.
Borstvoeding heeft een groot aantal voordelen voor je kind:
Borstvoeding geven heeft een groot aantal voordelen voor de moeder:
Flesvoeding
Flesvoeding is een heel goed alternatief voor de borstvoeding als je geen borstvoeding wil of kan geven. We zullen je dan ook ondersteunen om een goede keus te maken en je zo goed mogelijk begeleiden, ook als je voor flesvoeding kiest.
Meer informatie over borstvoeding vind je hier:
De manier waarop een pasgeborene reageert op de eerste dagen na de geboorte is verschillend. Het ene kind zal onrustig zijn en alleen bij de moeder willen zijn, het andere kind zal vooral veel slapen. Laat de baby het zoveel mogelijk zelf bepalen: houd de onrustige baby lekker bij je, je kunt ze (zeker de eerste maanden) nog niet verwennen. Laat het slapende kind lekker slapen, maar bied de eerste dagen wel elke 3 uur zijn voeding aan, als hij niet wil is het ook goed. Het is niet voor niets dat de natuur ervoor gezorgd heeft dat de borstvoeding pas na 3 dagen op gang komt: je kindje heeft de tijd nodig om bij te komen.
Alle baby’s verliezen wat gewicht na de geboorte, dit is heel normaal. Als je borstvoeding geeft wordt er met een weegschaal in de gaten gehouden of de baby snel genoeg aankomt en niet te veel afvalt. Als je flesvoeding geeft, is elke dag wegen niet nodig.
Na ongeveer drie dagen is de voeding op gang gekomen en is er vaak melk in overvloed. Hierbij kunnen de darmkrampjes om de hoek komen kijken. Dit is heel normaal, en behoeft zeker nu nog geen aanpassingen in het dieet. De darmpjes van de baby hebben in de baarmoeder alleen een beetje vruchtwater te verteren gehad en moeten nu hard werken om de ’’grote’’ hoeveelheden voeding te verteren.
Hetzelfde geldt wanneer je flesvoeding geeft, de krampjes zijn dan vaak iets erger omdat flesvoeding wat zwaarder verteerbaar is. De kraamverzorgster zal tips aanreiken die de krampjes wat kunnen verlichten. Maar meestal is even met de baby rondlopen voldoende om deze in slaap te laten vallen.
Het is aan te raden de baby de eerste weken/maanden in zijn of haar eigen bedje bij jullie op de kamer te laten slapen. Zo kunnen jullie als ouders wennen aan de geluidjes die het kindje maakt en ligt de baby niet in een stille kamer: hij is tenslotte 24 uur per dag geluid gewend in de baarmoeder.
Baby’s die borstvoeding krijgen, moeten na 8 dagen vitamine K en D toegediend krijgen. Dit is een factor die nodig is bij de bloedstolling en zit onvoldoende in de borstvoeding. Vanaf 3 maanden maakt een kindje vitamine K zelf aan en hoeft het niet meer gegeven te worden. Een recept hiervoor is niet nodig, je kan het zo kopen bij de drogist of apotheek. Baby's die flesvoeding krijgen moeten vanaf dag 8 vitamine D toegediend krijgen.
Nadat de baby is aangegeven bij de gemeente, meldt de gemeente het kindje aan bij het consultatiebureau. Een wijkverpleegkundige komt dan, meestal 2 weken na de geboorte, bij je thuis voor een intakegesprek, de keren daarna ga je naar het bureau. Je kunt ook al een huisbezoek tijdens de zwangerschap aanvragen voor een eerste kennismaking.
De hielprik is bedoeld om zo snel mogelijk na de geboorte 16 erfelijke en aangeboren aandoeningen op te sporen. Alle baby's krijgen in hun eerste week een hielprik. Gelijktijdig komen ze voor de gehoorscreening. Dit wordt meestal rond de zesde dag bij jullie thuis gedaan. De hielprik is gratis.
De hielprik wordt bij jullie thuis door een medewerker van het consultatiebureau uitgevoerd. Deze prikt met een speciaal apparaatje in de hiel van de baby en vangt een paar druppels bloed op. Als je kind in het ziekenhuis ligt, wordt de hielprik daar uitgevoerd. Is er acht dagen na de geboorte van het kind nog geen hielprik gedaan? Neem dan zo snel mogelijk contact op met de entadministratie in jouw regio.
Het bloed van de hielprik wordt onderzocht op zestien verschillende aandoeningen. Het gaat om aandoeningen van de schildklier, de bijnier, een bloedziekte (sikkelcelziekte) en een aantal stofwisselingsziekten. De meeste van deze aandoeningen zijn erfelijk, maar ze komen gelukkig niet vaak voor. Ze zijn niet te genezen, maar wel goed te behandelen, bijvoorbeeld met een dieet of medicijnen. Zo wordt schade aan de ontwikkeling van je baby voorkomen of beperkt.
Uit het onderzoek kan blijken dat jullie kind drager is van sikkelcelziekte. Sikkelcelziekte is erfelijke bloedarmoede. Dragers van de ziekte zijn in principe gezond en niet ziek. Ze hebben hooguit meer kans op lichte bloedarmoede. Als blijkt dat je kindje drager is van sikkelcelziekte, betekent dit dat een of beide ouders ook drager is van deze aandoening. In dat geval ontvang je hierover bericht via de huisarts. Wil je deze informatie niet ontvangen? Geeft dit dan aan bij degene die de hielprik uitvoert.
Als de uitslag van het onderzoek goed is, ontvang je geen bericht. In het laboratorium zijn dan geen bijzonderheden gevonden. Als het nodig is dat je bericht ontvangt over de uitslag van de hielprik, dan gebeurt dit binnen drie weken nadat de hielprik is uitgevoerd. Op dat moment is eerst meer onderzoek nodig. Je huisarts kan je hierover informeren.
Met jouw gegevens en die van jullie kind wordt zorgvuldig omgegaan. De persoonsgegevens en medische gegevens van het bloedonderzoek worden opgenomen in een register. Op dit register is de Wet Bescherming Persoonsgegevens van toepassing. De gegevens worden uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt. Je kunt je gegevens op aanvraag inzien bij de entadministratie in jouw regio.
Na het onderzoek wordt het bloed een jaar in een laboratorium bewaard. Dit gebeurt omdat het soms nodig is om het eerdere onderzoek te controleren. Na deze periode mag het RIVM het bloed nog vier jaar gebruiken voor anoniem wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek is nodig om ziekten te voorkomen en behandelingen te verbeteren. Als je hier bezwaar tegen hebt, kun je dit zeggen tegen degene die de hielprik uitvoert. In dat geval wordt het bloed een jaar na afname vernietigd.
Meer informatie vind je op de website van het RIVM. Je kunt je vragen ook stellen aan ons, aan je huisarts of aan de medisch adviseur van de entadministratie.